Menu Hulpverlening |
---|
Aanbevelingen voor het OCMW |
Kunstwerk Sociaal Huis : puzzelstukken voor een ommekeer |
De Scharnier : Ruilwinkel & Sociale Kruidenier |
Gezondheidszorg |
Het OCMW kan de laagste inkomens opkrikken door aanvullende steun. 7%
van de inwoners op actieve leeftijd leeft in bestaansonzekerheid. Heel wat
mensen in armoede signaleren dat de doelgroep voor aanvullende steun
kleiner werd en de eventuele tussenkomst lager. We zijn voorstander dat het OCMW werkt met referentiebudgetten voor een menswaardig inkomen (REMI). Op een objectieve manier wordt via een computerprogramma bepaald welk inkomen een gezin minimaal nodig heeft om
menswaardig te leven. Het OCMW/Gemeente kan dan vanuit eigen budgetten aanvullende financiële steun geven zodat het gezin over een minimum inkomen beschikt.
Het gemeentebestuur/OCMW kan kiezen voor een vertegenwoordiging van
externen in het bijzonder comité sociale dienst. Mensen met werkervaring in de armoedesector en voeling met de leefwereld van mensen in armoede zijn daarbij een belangrijke meerwaarde.
Het OCMW moet meer inzetten op rechtentoekenning. Onze ervaring is dat de rechten van cliënten in het OCMW onvoldoende systematisch worden nagekeken. Via een checklist kan ieder sociaal werker systematisch de mogelijke rechten van de cliënten onderzoeken.
Voor veel mensen in armoede is het zich steeds opnieuw moeten verantwoorden met de nodige documenten een grote drempel om hulp te zoeken bij het OCMW. Het OCMW en de gemeente zou meer kunnen inzetten op het automatisch toekennen en verlengen van rechten. Het is perfect technisch mogelijk de status van bestaande criteria (bv. verhoogde tegemoetkoming) bij cliënten op te vragen via de kruispuntbank.
Mensen in armoede in Erpe-Mere hebben onvoldoende toegang tot de
dienstverlening van het CAW (Centrum voor Algemeen Welzijn). De gemeente en OCMW kunnen samenwerkingsovereenkomsten met het CAW onderhandelen die de toegang tot de dienstverlening van het CAW kunnen verzekeren.
In 2017 heeft het OCMW 318 sociale dossiers goedgekeurd. Voor een grote groep mensen blijft de stap naar het OCMW zetten echter moeilijk of wordt de stap niet gezet. Mensen komen vaak laat in contact met de hulpverlening en dat vraagt dan een langdurige, intensieve en ook kostelijke ondersteuning.
Eenoudergezinnen hebben een hoog armoederisico en zijn relatief gemakkelijk op te sporen. In Erpe-Mere hebben we 649 éénoudergezinnen (zie armoedecijfers Erpe-Mere). We zijn vragende partij dat het OCMW acties onderneemt om deze risicogroep proactief op te sporen en in te zetten op rechtentoekenning.